Ergens langs de drukke snelweg naar het zuiden, een kronkelend riviertje, een bever die begonnen is zijn werk te doen, een klein dammetje wachtend op meer. Nu nog een veld vol adderwortel. Aan de rand van dit idyllisch beeklandschap slaapt een Ringoogparelmoervlinder.
Miniscule dauwdruppels op vleugels laten het diertje koud. De zon zal binnen een aantal minuten de glinsteringen doen verdwijnen.
De vlinder kan dan op zoek naar soortgenoten, fladderend van aar naar aar. Een ree schrikt wakker en vlucht het veilige bosje in. Eventjes wat zachter licht; de rest van de dag wordt het broeiheet en een felle zon die priemt.